Pesten spelregels

Pesten is een populair Nederlands kaartspel dat draait om het strategisch afleggen van kaarten en het inzetten van speciale actiekaarten om andere spelers dwars te zitten. Het spel wordt gespeeld met een standaard kaartspel en is vooral bekend om zijn snelle, onvoorspelbare spelverloop. Het doel van het spel is om als eerste al je kaarten kwijt te raken.

Doel van het spel

Het doel van Pesten is om als eerste speler al je kaarten af te leggen. Dit doe je door kaarten te spelen die passen bij de kleur of waarde van de kaart op de aflegstapel, terwijl je je tegenstanders probeert te hinderen met speciale actiekaarten.

Spelmateriaal

• Een standaard kaartspel (52 kaarten) inclusief jokers.
• Pesten kan gespeeld worden met 2 tot 5 spelers, maar kan ook met meer spelers gespeeld worden.

Voorbereiding

1. Kaarten uitdelen: Schud het kaartspel en deel 7 kaarten uit aan elke speler (bij een groot aantal spelers kun je ook 5 kaarten per speler uitdelen). Plaats de rest van de kaarten op een stapel in het midden van de tafel als de trekstapel.
2. Aflegstapel: Draai de bovenste kaart van de trekstapel om en leg deze open neer naast de trekstapel. Dit is de beginkaart van de aflegstapel. Het spel begint met de eerste speler links van de deler.

Waarde van de kaarten en actiekaarten

Bij Pesten zijn er verschillende kaarten met speciale acties die het spel beïnvloeden. Hier is een overzicht van de belangrijkste actiekaarten:

Actiekaarten:

• 2 (Twee trekken): Als een speler een 2 speelt, moet de volgende speler twee kaarten trekken van de trekstapel. Deze speler mag geen kaart afleggen, tenzij hij zelf ook een 2 heeft. In dat geval stapelt het effect zich op, en de volgende speler moet dan vier kaarten trekken, tenzij ook hij een 2 kan spelen, enzovoort.
• 7 (Kleur kiezen): De speler die een 7 speelt, mag de kleur kiezen waarin het spel verder gaat. Dit kan handig zijn als je zelf veel kaarten van een bepaalde kleur hebt. De volgende speler moet dan een kaart spelen die overeenkomt met de door de speler gekozen kleur.
• 8 (Beurt overslaan): Als een 8 wordt gespeeld, moet de volgende speler zijn beurt overslaan. Dit kan een strategische zet zijn om een speler te blokkeren die nog maar weinig kaarten heeft.
• Boer (Wilde kaart): De boer is een joker in het spel en kan altijd worden gespeeld, ongeacht de kaart die op de aflegstapel ligt. Na het spelen van een boer mag de speler een kleur kiezen die de volgende speler moet volgen.
• Aas (Richting omdraaien): Als een aas wordt gespeeld, wordt de speelrichting omgekeerd. Als het spel met de klok mee ging, zal het nu tegen de klok in verdergaan. Dit kan helpen om andere spelers te vertragen of om de beurt naar jezelf terug te draaien.
• Jokers (Optioneel): In sommige varianten gebruiken spelers jokers als actiekaarten, waardoor de volgende speler 5 kaarten moet trekken. Spelers kunnen jokers ook inzetten om een kleur te kiezen, vergelijkbaar met de boer.

Overige Kaarten:

Alle andere kaarten (zoals 3, 4, 5, 6, 9, 10, vrouw, koning) kunnen zonder speciale actie worden gespeeld, zolang ze dezelfde kleur of waarde hebben als de kaart op de aflegstapel.

Spelverloop Pesten

1. Start van het spel:
   • De speler links van de deler begint door een kaart te spelen die dezelfde kleur of waarde heeft als de kaart op de aflegstapel. Spelers leggen om de beurt een kaart af. Als een speler geen geldige kaart kan spelen, moet hij een kaart trekken van de trekstapel. Als de getrokken kaart direct gespeeld kan worden, mag deze meteen op de aflegstapel worden gelegd. Kan de kaart niet gespeeld worden, dan moet de speler passen.
2. Actiekaarten gebruiken:
   • Tijdens het spel kunnen actiekaarten zoals de 2, 7, 8, boer en aas de dynamiek van het spel veranderen. Het is belangrijk om deze kaarten tactisch in te zetten om tegenstanders te dwarsbomen of je eigen kansen te verbeteren.
3. Laatste kaart:
   • Als een speler nog maar één kaart in zijn hand heeft, moet hij dit aankondigen door “laatste kaart” te zeggen. Verzuimt hij dit te doen en merkt een andere speler het op, dan moet de speler die dit vergat twee kaartentrekken van de trekstapel.
4. Einde van het spel:
   • Het spel eindigt zodra een speler al zijn kaarten heeft afgelegd. Deze speler is de winnaar van de ronde. Je kunt het spel meerdere keren spelen en bijhouden wie de meeste rondes wint, of je kunt punten bijhouden (bijvoorbeeld het aantal kaarten dat de andere spelers nog in handen hebben telt als strafpunten).

Variaties en optionele regels voor Pesten

Jokers toevoegen:
Sommige varianten van Pesten voegen de joker toe aan het spel als een actiekaart. Speelt iemand een joker, dan moet de volgende speler 5 kaarten trekken van de trekstapel en mag geen kaart spelen, tenzij hij zelf een joker heeft.

Extra stapelkaarten:
In sommige varianten kun je extra kaarten trekken als je het effect van een actiekaart niet kunt blokkeren. Zo kun je in sommige versies bij een 2 niet alleen maar twee kaarten trekken, maar ook vier of zes, afhankelijk van de gestapelde effecten van actiekaarten.

Langere spellen:
Bij langere spellen kan je afspreken dat het spel meerdere rondes duurt, waarbij de punten van alle rondes worden opgeteld. De speler met de minst aantal punten na meerdere rondes wint het spel.

Pesten video regels

Strategieën en tips

• Gebruik actiekaarten slim: Bewaar je actiekaarten zoals de 2 en 8 voor de juiste momenten om tegenstanders te dwarsbomen, vooral wanneer ze bijna hun laatste kaart afleggen.
• Boer en 7 combineren: Combineer een boer met een 7 om de controle over de kleur te houden en het spel in je voordeel te sturen.
• Houd de aflegstapel in de gaten: Let goed op welke kaarten andere spelers afleggen. Dit kan je helpen om te voorspellen welke kleur je moet kiezen of welke actiekaarten je het beste kunt bewaren.
• Laatste kaart niet vergeten: Vergeet niet om “laatste kaart” te roepen als je er nog maar één over hebt, anders riskeer je strafkaarten te moeten trekken.

Veelgestelde vragen over Pesten