Beverbende is een leuk en interactief kaartspel dat draait om het verzamelen van kaarten met zo laag mogelijke punten. Spelers moeten strategisch denken en hun geheugen gebruiken om zich te herinneren welke kaarten waar liggen, terwijl ze proberen kaarten met hoge punten weg te ruilen en lage punten te behouden. Het doel is om met zo min mogelijk punten in je hand over te blijven wanneer de ronde eindigt. Beverbende is snel te leren en biedt spanning en strategie voor spelers van alle leeftijden.
Doel van het spel
Het doel van Beverbende is om na elke ronde zo laag mogelijke punten op je kaarten over te houden. De speler met de laagste totaalscore aan het einde van het spel wint.
Spelmateriaal
Beverbende wordt gespeeld met:
- 72 kaarten: Deze kaarten bestaan uit getallenkaarten van 0 tot en met 9 en speciale actiekaarten, elk met een eigen effect dat je helpt je score te verlagen of de kaarten van andere spelers te verstoren.
Voorbereiding
- Kaarten schudden:
- Schud alle kaarten goed door elkaar. Zorg ervoor dat de stapel goed gemixt is, zodat de actiekaarten en getallenkaarten door elkaar liggen.
- Kaarten uitdelen:
- Elke speler ontvangt vier kaarten, die hij gesloten in een vierkant voor zich neerlegt. Je mag alleen de buitenste twee kaarten van je eigen vier kaarten bekijken en vervolgens omgedraaid neerleggen. Probeer deze kaarten goed te onthouden, want je kunt ze later in het spel niet zomaar nog eens bekijken!
- Trekstapel en aflegstapel:
- De resterende kaarten vormen de trekstapel, die je in het midden van de tafel legt. Ernaast houd je ruimte vrij voor de aflegstapel, waar je afgelegde kaarten neerlegt gedurende het spel.
- Startspeler kiezen:
- Kies willekeurig een speler die mag beginnen. Daarna gaat het spel met de klok mee.
Spelverloop Beverbende
Het spel verloopt in opeenvolgende beurten waarin elke speler probeert om kaarten met hoge waardes te ruilen voor kaarten met lage waardes. Elke beurt biedt verschillende opties:
1. Kaart trekken of aflegstapel gebruiken
- Kaart trekken: De actieve speler trekt een kaart van de trekstapel. Op basis van wat hij trekt, moet hij een keuze maken:
- Getallenkaart: Als je een getallenkaart trekt, kun je ervoor kiezen om deze te ruilen met één van je vier kaarten (zonder te kijken) of om deze op de aflegstapel te leggen.
- Actiekaart: Een actiekaart geeft je extra mogelijkheden die je kunt gebruiken om je spel te verbeteren. Zodra je een actiekaart hebt gespeeld, leg je deze op de aflegstapel.
- Kaart van de aflegstapel pakken: Als alternatief voor het trekken van een nieuwe kaart, mag je ook de bovenste kaart van de aflegstapel nemen en deze ruilen met een van je eigen kaarten.
2. Actiekaarten gebruiken
De actiekaarten in Beverbende voegen extra diepgang toe aan het spel. Elk van deze kaarten heeft een specifieke functie:
- Kijk naar een kaart: Deze actiekaart laat je naar één van je eigen kaarten kijken. Dit helpt je om te onthouden welke waarde een kaart heeft, zodat je beter weet welke kaarten je moet ruilen.
- Ruil een kaart met een andere speler: Met deze kaart mag je een van je eigen kaarten omruilen met een kaart van een andere speler, zonder naar de kaarten te kijken. Dit kan je helpen om je tegenstanders te verstoren.
- Kijk naar een kaart van een andere speler: Met deze kaart mag je naar één kaart van een andere speler kijken. Dit kan je waardevolle informatie geven over de kaarten van je tegenstander en helpt je strategisch denken.
- Pak een extra beurt: Met deze kaart mag je direct nog een beurt spelen. Je kunt dit gebruiken om nog een kaart te ruilen of opnieuw te kijken.
3. Kaarten ruilen
Het belangrijkste element in Beverbende is het ruilen van kaarten. Wanneer je een kaart trekt (of van de aflegstapel neemt), kun je ervoor kiezen om deze kaart te ruilen met één van de vier kaarten voor je. Dit doe je door de kaart die je ruilt open in het midden op de aflegstapel te leggen en je nieuwe kaart gesloten op de plaats van de oude kaart neer te leggen. Als je niet wilt ruilen, kun je je kaart direct afleggen.
4. Ronde eindigen
Wanneer een speler denkt dat zijn kaarten de laagste score hebben, kan hij de ronde beëindigen door “Klop” te zeggen. De andere spelers mogen dan nog één laatste beurt spelen voordat de ronde eindigt. Daarna draait iedereen zijn kaarten open, en worden de punten geteld.
Puntentelling Beverbende
Na het openleggen van de kaarten telt elke speler de waarde van zijn vier kaarten op. De speler met de laagste totaalscore in die ronde wint de ronde en noteert zijn score. Alle scores worden bijgehouden voor het eindtotaal. De ronde kan meerdere keren worden gespeeld tot een vooraf afgesproken aantal punten of rondes is bereikt.
- Getallenkaarten: De waarde van de getallenkaart (bijvoorbeeld een kaart met een 5 is 5 punten waard).
- Actiekaarten: Actiekaarten hebben geen puntenwaarde en worden niet meegenomen in de puntentelling aan het einde van de ronde.
Einde van het spel
Het spel eindigt zodra een speler een bepaald aantal punten bereikt dat van tevoren is afgesproken, bijvoorbeeld 50 punten. De speler met de laagste totaalscore wint het spel.
Regels Beverbende video
Strategieën en tips
Om je kansen te vergroten in Beverbende, kun je de volgende strategieën toepassen:
- Onthoud je kaarten: Omdat je maar twee kaarten aan het begin van het spel mag bekijken, is het belangrijk om goed te onthouden welke kaarten waar liggen. Dit helpt je om weloverwogen keuzes te maken bij het ruilen en wisselen van kaarten.
- Gebruik actiekaarten slim: Actiekaarten zijn krachtig en kunnen je helpen om je tegenstanders te verstoren of je eigen kaarten te verbeteren. Gebruik ze op het juiste moment om een voordeel te krijgen.
- Speel tactisch bij “Klop”: Roep “Klop” als je denkt dat je een lage score hebt, maar wees voorzichtig: als je te vroeg klopt, kunnen anderen je misschien nog verslaan in de laatste beurt.
- Verstorende strategieën: Door te ruilen met de kaarten van je tegenstanders, kun je hun spel verstoren. Dit kan hen onzeker maken en fouten laten maken bij het ruilen en spelen van hun kaarten.
Veelgestelde vragen over Beverbende
Beverbende is geschikt voor 2 tot 6 spelers. Het spel wordt dynamischer en uitdagender naarmate er meer spelers meedoen, omdat je meer kans hebt om kaarten van elkaar te ruilen en strategieën te gebruiken.
Elke speler begint met vier kaarten die gesloten voor hem liggen in een vierkant. Alleen de buitenste twee kaarten mag je aan het begin van het spel bekijken. Onthoud deze kaarten goed, want je kunt ze niet zomaar opnieuw bekijken tijdens het spel.
Actiekaarten geven je speciale mogelijkheden, zoals:
Kijk naar een kaart: Je mag een van je eigen kaarten bekijken.
Ruil een kaart met een andere speler: Je mag één van jouw kaarten ruilen met een kaart van een tegenstander, zonder deze te bekijken.
Kijk naar een kaart van een andere speler: Je mag een kaart van een andere speler bekijken.
Pak een extra beurt: Je mag direct een extra beurt nemen om bijvoorbeeld nog een kaart te trekken of ruilen.
Als je een kaart trekt die je niet wilt gebruiken, kun je deze simpelweg afleggen op de aflegstapel. Vervolgens eindigt je beurt en gaat de beurt naar de volgende speler.
Na elke ronde tellen alle spelers de waarde van hun vier kaarten op. De speler met de laagste score wint de ronde. Punten worden opgeteld en genoteerd, en het spel kan meerdere rondes duren totdat een vooraf afgesproken aantal punten is bereikt, bijvoorbeeld 50 punten.
De spelers kunnen zelf bepalen hoeveel rondes ze willen spelen, maar een standaardspel eindigt meestal wanneer een speler 50 punten heeft behaald. De speler met de laagste totaalscore wint het spel.