Ganzenbord is een klassiek familiespel dat draait om geluk en gezelligheid. Het doel is om als eerste speler het laatste vakje op het bord te bereiken. Onderweg kom je vakjes tegen die je vooruit kunnen helpen of je juist vertragen. Het spel is eenvoudig te spelen en geschikt voor alle leeftijden.
Doel van het spel
Het doel van Ganzenbord is om als eerste speler het laatste vakje (vakje 63) te bereiken. Je doet dit door om de beurt met de dobbelsteen te gooien en je speelstuk over het bord te verplaatsen. Het bord bevat verschillende vakjes met speciale effecten die je naar voren kunnen laten gaan, je beurt kunnen laten overslaan of je terug kunnen sturen.
Spelmateriaal
- Een speelbord met 63 genummerde vakjes.
- Speelstukken voor elke speler (bijvoorbeeld pionnen of gansjes).
- Dobbelstenen (meestal één, maar soms twee afhankelijk van de variant die je speelt).
Voorbereiding
- Speelstukken kiezen: Elke speler kiest een speelstuk en plaatst deze op het startvak (vakje 0).
- Bepaal de volgorde: Bepaal willekeurig wie mag beginnen. De spelers kunnen bijvoorbeeld allemaal met de dobbelsteen gooien, en de speler met het hoogste aantal ogen begint.
- Start van het spel: Zodra de volgorde is bepaald, begint de eerste speler met het gooien van de dobbelsteen.
Spelverloop
- Gooien en verplaatsen:
- De spelers gooien om de beurt de dobbelsteen en verplaatsen hun speelstuk het aantal ogen dat ze hebben gegooid. Verplaats het speelstuk altijd in de richting van vakje 63, tenzij je door een speciale regel terug moet.
- Exact op vakje 63 eindigen:
- Om het spel te winnen, moet je precies op vakje 63 eindigen. Als je meer ogen gooit dan je nodig hebt om op vakje 63 te komen, moet je vanaf vakje 63 weer terugtellen voor het aantal ogen dat je te veel hebt gegooid.
- Speciale vakjes:
- Op het bord staan vakjes met speciale effecten die je verder kunnen helpen of vertragen. Hier zijn de belangrijkste vakjes en hun effecten:
- Vakje 6 (De Brug): Als je op dit vakje komt, mag je direct naar vakje 12.
- Vakje 19 (De Herberg): Je moet één beurt overslaan.
- Vakje 31 (De Put): Als je op dit vakje komt, blijf je hier vastzitten totdat een andere speler op vakje 31 komt om je te bevrijden. Zodra een andere speler je bevrijdt, neemt hij jouw plaats in de put over.
- Vakje 42 (Het Doolhof): Als je op dit vakje komt, moet je terug naar vakje 39.
- Vakje 52 (De Gevangenis): Je moet twee beurten overslaan.
- Vakje 58 (Het Doodshoofd): Dit is een van de gevaarlijkste vakjes. Kom je hierop terecht, dan moet je helemaal terug naar vakje 1 en opnieuw beginnen.
- Op het bord staan vakjes met speciale effecten die je verder kunnen helpen of vertragen. Hier zijn de belangrijkste vakjes en hun effecten:
- De ganzenvakjes:
- Op het bord staan verschillende ganzenvakjes, vaak elke 9 vakjes (bijvoorbeeld vakje 9, 18, 27, etc.). Als je op een ganzenvakje terechtkomt, mag je het aantal ogen dat je hebt gegooid opnieuw verplaatsen. Dit kan je sneller vooruit helpen richting het einde van het bord.
Winnaar van het spel
Het spel eindigt zodra een speler exact op vakje 63 landt. Deze speler is de winnaar van het spel. Als een speler meer ogen gooit dan nodig is om op vakje 63 te eindigen, moet hij het verschil terugtellen vanaf vakje 63.
Optionele regels
Voor extra variatie kun je enkele van de volgende regels toevoegen:
- Gooien met twee dobbelstenen: Bij deze variant gebruik je twee dobbelstenen, wat het spel iets sneller maakt. Je telt het aantal ogen bij elkaar op en verplaatst je speelstuk dat aantal vakjes vooruit.
- Dubbel gooien: Als je twee dezelfde getallen gooit (bijvoorbeeld twee keer een 4), mag je een extra keer gooien.
- Meerdere beurten overslaan: Bij bepaalde vakjes, zoals de gevangenis (vakje 52) of de herberg (vakje 19), kun je ervoor kiezen om spelers meer dan één beurt te laten overslaan om het spel uitdagender te maken.
Ganzenbord spelregels video
Strategie en tips voor Ganzenbord
Hoewel Ganzenbord voornamelijk een geluksfactor heeft, kun je met enkele tips het spel leuker maken:
- Tactisch terugtellen: Zorg dat je niet te veel ogen gooit bij het naderen van vakje 63. Probeer precies te eindigen op vakje 63 om het spel te winnen.
- Speel met varianten: Voeg optionele regels toe zoals het gooien met twee dobbelstenen of het invoeren van een dubbele beurt bij dubbele worpen voor een snellere en dynamischere versie van Ganzenbord.
Veelgestelde vragen over Ganzenbord
Ganzenbord kan gespeeld worden met 2 tot 6 spelers, afhankelijk van de beschikbare speelstukken. Het spel is leuk voor zowel kleine als grotere groepen.
Ja, je moet precies op vakje 63 eindigen om te winnen. Als je meer ogen gooit dan nodig is om vakje 63 te bereiken, moet je terugtellen vanaf vakje 63.
Als je op vakje 58 komt, moet je helemaal terug naar vakje 1 en het spel opnieuw beginnen. Dit is een van de meest gevaarlijke vakjes in het spel.
Als je in de put komt, blijf je daar vastzitten totdat een andere speler ook op vakje 31 landt. Die speler bevrijdt je, maar neemt dan zelf je plaats in de put in.
De ganzenvakjes (meestal elk veelvoud van 9) geven je de mogelijkheid om het aantal ogen dat je hebt gegooid nogmaals te verplaatsen. Dit kan je helpen om sneller vooruit te komen.
Ja, meerdere spelers kunnen op hetzelfde vakje terechtkomen. Er zijn geen strafpunten of extra regels voor het delen van een vakje met een andere speler.
Ja, een veel voorkomende variant is het gebruik van twee dobbelstenen in plaats van één. Dit maakt het spel iets sneller, omdat je grotere stappen kunt maken.